FED 1990/658
Verkrijging van de aandelen in een BV, die op het tijdstip van de aankoop als onroerend-goedlichaam is aan te merken maar niet meer op het tijdstip van de levering, zulks als gevolg van de overneming van een aantal bedrijven op een na de aankoop maar voor de levering gelegen tijdstip, leidt niet tot heffing van overdrachtsbelasting.
HR 11-07-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4349, m.nt. J.S. Rijkels
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juli 1990
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings; Moltmaker
- Zaaknummer
26 487
- Noot
J.S. Rijkels
- LJN
ZC4349
- JCDI
JCDI:ADS207834:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4349, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑07‑1990
- Wetingang
Art. 4 Wet BRV
Essentie
Verkrijging van de aandelen in een BV, die op het tijdstip van de aankoop als onroerend-goedlichaam is aan te merken maar niet meer op het tijdstip van de levering, zulks als gevolg van de overneming van een aantal bedrijven op een na de aankoop maar voor de levering gelegen tijdstip, leidt niet tot heffing van overdrachtsbelasting.
Uitspraak
Het geschil betrof een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting 1985.
Vaststaat:
3.1. Op 1 juli 1983 is een overeenkomst tot stand gekomen tussen belanghebbende, X BV te Z, en A te P betreffende aan laatstgenoemde in eigendom toebehorende aandelen in de besloten vennootschap met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.