V-N 2004/23.2:FISCAAL BESTUURSRECHT Navordering. Belanghebbende behoefde in redelijkheid niet te twijfelen aan een behoorlijke taakuitoefening van zijn adviseur. Geen opzet, wel grove schuld

V-N 2004/23.2

FISCAAL BESTUURSRECHT Navordering. Belanghebbende behoefde in redelijkheid niet te twijfelen aan een behoorlijke taakuitoefening van zijn adviseur. Geen opzet, wel grove schuld

Documentgegevens:

Hof Amsterdam 19-12-2003, ECLI:NL:GHAMS:2003:AO1278, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hof Amsterdam
Datum: 19 december 2003
Magistraten: Onnes; Steenbergen; Kruimel
Zaaknummer: 02/04593
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AO1278
JCDI: JCDI:ADS903825:1
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:GHAMS:2003:AO1278, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑12‑2003
Wetingang: Art. 25 Wet IB 1964; art. 16, art. 18 (oud) en art. 67o AWR; art. 6 EVRM

Essentie

Samenvatting

X handelt via een beleggingsadviseur in obligaties. Het eerste jaar lijdt hij verlies. De volgende jaren wordt winst gemaakt. Hij verantwoordt de rente-inkomsten niet in de aangiften. Uit de aangiften blijkt wel dat er een buitenlandse beleggingsrekening met een fors saldo is. X heeft zijn fiscale zaken volledig uitbesteed aan een accountantskantoor dat de voor de aangifte benodigde gegevens met betrekking tot de door X gehouden obligaties verkrijgt van de beleggingsadviseur.

X volstaat met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.