HR, 12-05-1999, nr. 34 516
ECLI:NL:HR:1999:AA2762
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-05-1999
- Zaaknummer
34 516
- LJN
AA2762
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1999:AA2762, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑1999; (Cassatie)
- Wetingang
art. 11 Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994
- Vindplaatsen
WFR 1999/700
V-N 1999/26.23 met annotatie van Redactie
Uitspraak 12‑05‑1999
Inhoudsindicatie
-
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 27 mei 1998 betreffende na te melden naheffingsaanslag in de motorrij tuigenbelasting.
1. Aanslag en bezwaar Aan belanghebbende is voor het motorrijtuig met kenteken 11-00-AA een naheffingsaanslag in de motor rijtuigenbelasting opgelegd, berekend over het tijdvak 25 januari 1996 tot en met 24 april 1996, ten bedrage van f 266,-- aan enkelvoudige belasting, en f 50,-- aan ver- hoging, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak en heeft vernietigd en de naheffingsaanslag heeft verminderd tot een aanslag ten bedrage van f 266,--, zonder verhoging. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
3. Beoordeling van het middel van cassatie Het middel kan niet tot cassatie leiden. Zulks be hoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een ver oordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 12 mei 1999 vastgesteld door de raadsheer Van Brunschot als voorzitter, en de raadsheren Hammerstein en Lourens, in tegenwoordigheid van de waar- nemend griffier Van Hooff, en op die datum in het open- baar uitgesproken.