FED 1997/683
Aansprakelijkstelling voor schulden van dochter in oprichting. Geleden nadeel valt onder deelnemingsvrijstelling
HR 29-08-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2249, m.nt. P. van der Wal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 augustus 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Soest, van
- Zaaknummer
32210
- Noot
P. van der Wal
- LJN
AA2249
- JCDI
JCDI:ADS227093:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1997:AA2249, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑1997
ECLI:NL:HR:1997:AA2249, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑08‑1997
- Wetingang
Art. 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
Aansprakelijkstelling voor schulden van dochter in oprichting. Geleden nadeel valt onder deelnemingsvrijstelling
Samenvatting
Het hof heeft geoordeeld dat belanghebbende zich in haar kwaliteit van (toekomstig) aandeelhouder voor de schulden van B BV in oprichting aansprakelijk heeft gesteld en na de oprichting als aandeelhouder aansprakelijk bleef voor schulden van deze BV. Het hof heeft daaraan de gevolgtrekking verbonden dat het nadeel dat belanghebbende heeft geleden doordat zij aansprakelijk was voor de schulden van die BV, behoort tot de resultaten uit hoofde van de deelneming.
Dat geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan, als verweven met oordelen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.