BNB 1996/96
Navordering op grond van aangiftebiljet, ingezonden na ambtshalve opgelegde aanslag. Bewijslast inzake beweerde eerder gedane aangifte. Nieuw feit
HR 24-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1875, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 527
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
AA1875
- JCDI
JCDI:ADS887480:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1875, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑1996
- Wetingang
Art. 9, derde lid, en art. 16, eerste lid, AWR
Essentie
Navordering op grond van aangiftebiljet, ingezonden na ambtshalve opgelegde aanslag. Bewijslast inzake beweerde eerder gedane aangifte. Nieuw feit
Samenvatting
Hof: het ligt op de weg van belanghebbende om te bewijzen dat een aangifte is gedaan. Latere aangifte vormt nieuw feit. Verhoging wegens te late aangifte kan bij beroep tegen navorderingsaanslag niet aan de orde komen.
HR (op het beroep in cassatie van belanghebbende betreffende het nieuwe feit): het Hof heeft de bewijslast niet onredelijk verdeeld; voor het overige wordt het beroep verworpen met toepassing van art. 101a Wet RO.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.