BNB 2001/394
Zaak Eurowings. Verboden verschil in behandeling tussen huur van Duitse verhuurder en huur van verhuurder in andere lidstaat
HvJ EG 26-10-1999, ECLI:EU:C:1999:524, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
26 oktober 1999
- Magistraten
Rodríguez Iglesias; Moitinho de Almeida; Edward; Sevón; Kapteyn; Gulmann; Puissochet; Hirsc; Jann; Ragnemalm; Wathelet
- Zaaknummer
C-294/97
- Conclusie
A-G Mischo
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
AV2310
- JCDI
JCDI:ADS888388:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:1999:524, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26‑10‑1999
ECLI:EU:C:1999:25, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 26‑01‑1999
- Wetingang
Art. 59 EG-Verdrag NOOT *
Essentie
Zaak Eurowings. Verboden verschil in behandeling tussen huur van Duitse verhuurder en huur van verhuurder in andere lidstaat
Samenvatting
Belanghebbende, Eurowings, een Duitse AG, least een vliegtuig van een in Ierland gevestigde vennootschap. Ingevolge de Duitse belastingwetgeving moet belanghebbende de helft van de huurprijs bij haar bedrijfswinst tellen. Een dergelijke bijtelling vindt in het algemeen niet plaats als de verhuurder aan de Duitse bedrijfsbelasting is onderworpen.
HvJ EG: De Duitse bepalingen brengen mee dat in de overgrote meerderheid van de gevallen waarin de verhuurder in Duitsland is gevestigd, een gunstiger fiscale regeling geldt dan in de gevallen waarin ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.