BNB 1990/61
HR, 27-09-1989, nr. 24 297
HR 27-09-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4110, m.nt. J.P. Scheltens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 1989
- Magistraten
Royer; Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes
- Zaaknummer
24 297
- Noot
J.P. Scheltens
- LJN
ZC4110
- JCDI
JCDI:ADS886695:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4110, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑1989
- Wetingang
(Art. 23 en 26 AWR jo. art. 5, eerste lid, Wet IB 1964, art. 5, eerste en tweede lid - tekst 1981 - jis. art. 3 en 26 IVBPR)
Samenvatting
Het in het IVBPR neergelegde gelijkheidsbeginsel verhindert niet de toepassing van het bepaalde in de eerste twee leden van art. 5 Wet IB 1964 - tekst 1981. Recht van bezwaar en van beroep voor de echtgenoot van degene aan wie een aanslag inkomstenbelasting is opgelegd.
Uitgaande van de gedachte dat de gehuwde niet duurzaam gescheiden levende man en vrouw in fiscaal opzicht een economische eenheid vormen, kon de wetgever ter wille van de eenvoud en de praktische uitvoerbaarheid van de wet in redelijkheid een hunner - de man - als belastingplichtige aanwijzen.
Aan de echtgenoot van wiens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.