BNB 1984/141
HR, 08-02-1984, nr. 21 487
HR 08-02-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AW8656, m.nt. H.J. Hofstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 1984
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Vorm, Van Der; Stoffer; Verburgh
- Zaaknummer
21 487
- Noot
H.J. Hofstra
- LJN
AW8656
- JCDI
JCDI:ADS886121:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AW8656, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AW8656, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑02‑1984
- Wetingang
(Art. 11 AWR, artt. 273 en 303 GemeenteWet, art. 2, lid 2, Bogb; Verord. onroerend-goedbel. gem. Haastrecht)
Samenvatting
Tenaamstelling van de aanslag. Moet de man i.c. als ,,hoofd van het huishouden'' worden aangemerkt? Meer bel.plichtigen: vermelding van slechts een hunner in de aanslag zonder toevoeging van ,,c.s.'' leidt niet tot nietigheid. Art. 9 van de Verordening is onverbindend
Belangh., samen met zijn echtgenote bewoner en eigenaar van een huis te Haastrecht, heeft de aan hem t.z.v. feitelijk gebruik en genot krachtens zakelijk recht van die woning opgelegde aanslagen in de onroerend- goedbelastingen bestreden o.m. op grond dat de aanslagen niet t.n.v. hem ,,c.s.'' zijn gesteld. Het Hof oordeelde: dat, indien met betrekking tot een zelfde onroerend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.