BNB 1989/129
HR, 13-01-1989, nr. 13 366
HR 13-01-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AC2844, m.nt. H.J. Hofstra
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 januari 1989
- Magistraten
Ras; Bloembergen; Haak; Boekman; Davids
- Zaaknummer
13 366
- Noot
H.J. Hofstra
- LJN
AC2844
- JCDI
JCDI:ADS886644:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AC2844, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑01‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AC2844, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑01‑1989
- Wetingang
(Art. 16, leden 1 en 3, Invorderingswet '45, art. 6, lid 1, EVRM)
Samenvatting
Het ,,bodemrecht'' van de fiscus. De derde op wiens goederen beslag is gelegd heeft zodanige mogelijkheden tot verweer bij een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie, dat is voldaan aan de eisen van art. 6, eerste lid, EVRM
HR: het verzet van derden bij een ,,bodembeslag'' is in beginsel beperkt tot de vraag of aan de in art. 16, derde lid, Invorderingswet '45 omschreven voorwaarden voor de toepasselijkheid daarvan is voldaan, terwijl voor het overige derden hun bezwaren d.m.v. de bezwaarschriftprocedure, voorzien in art. 16, eerste lid, kunnen voorleggen aan de directeur der directe belastingen. Daar tegen de beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.