FED 1992/623
Belanghebbende heeft in het jaar van verkrijging op haar deelneming een afwaardering gepleegd. Enkele jaren later wordt de deelneming geliquideerd. HR: Een redelijke toepassing van het bepaalde in de tweede volzin van art. 13, vijfde lid (tekst voor 28 april 1990) Wet Vpb. 1969 brengt mede, dat bij de bepaling van het verlies op een deelneming bij ontbinding van de vennootschap, waarin wordt deelgenomen, op het voor de verkrijging van de deelneming opgeofferde bedrag in mindering wordt gebracht het bedrag waarmee de belastingplichtige de deelneming in het jaar van de verkrijging ten laste van zijn winst heeft afgewaardeerd.
HR 18-12-1991, ECLI:NL:HR:1991:BH8139, m.nt. E. Aardema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 1991
- Magistraten
Verburg; Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Korthals Altes; Moor, De
- Zaaknummer
27 096
- Noot
E. Aardema
- LJN
BH8139
- JCDI
JCDI:ADS209639:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:BH8139, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑1991
- Wetingang
Art. 13, vijfde lid, Wet Vpb. 1969 (tekst 1982).
Essentie
Belanghebbende heeft in het jaar van verkrijging op haar deelneming een afwaardering gepleegd. Enkele jaren later wordt de deelneming geliquideerd. HR: Een redelijke toepassing van het bepaalde in de tweede volzin van art. 13, vijfde lid (tekst voor 28 april 1990) Wet Vpb. 1969 brengt mede, dat bij de bepaling van het verlies op een deelneming bij ontbinding van de vennootschap, waarin wordt deelgenomen, op het voor de verkrijging van de deelneming opgeofferde bedrag in mindering wordt gebracht het bedrag waarmee de belastingplichtige de deelneming in het jaar van de verkrijging ten laste van zijn winst heeft afgewaardeerd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.