FED 1999/726
Passivering van vergrijzingsreserve niet in overeenstemming met goed koopmansgebruik
HR 20-07-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2825, m.nt. M. Robben
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juli 1999
- Magistraten
Soest, van; Hooff, van; Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
33357
- Noot
M. Robben
- LJN
AA2825
- JCDI
JCDI:ADS229440:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2825, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑07‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2825, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑1999
- Wetingang
Essentie
Passivering van vergrijzingsreserve niet in overeenstemming met goed koopmansgebruik
Samenvatting
Vorming van een vergrijzingsreserve is, aldus het hof, in casu niet mogelijk nu goed koopmansgebruik niet toestaat enig bestanddeel van de door belanghebbende over de verstreken verzekeringstijdvakken ontvangen premies als nog niet verdiend te passiveren. Vorming van een voorziening is in casu evenmin mogelijk nu niet aan de daaraan verbonden voorwaarden is voldaan. Op beroep in cassatie overweegt de Hoge Raad dat in 's hofs oordeel besloten ligt dat belanghebbende het ziekterisico per tijdvak van een jaar verzekert tegen een voor dat tijdvak geldende premie. Uitgaande van dit oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.