BNB 2009/38
Privégebruik auto's door personeel. Prejudiciële vragen over de Europeesrechtelijke houdbaarheid van de aftrekuitsluiting ingevolge het BUA
HR 14-11-2008, ECLI:NL:HR:2008:BG4322, m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 2008
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Leemreis; Punt; Overgaauw
- Zaaknummer
43185
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- LJN
BG4322
- JCDI
JCDI:ADS889479:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BG4322, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑2008
- Wetingang
Art. 1, eerste lid, onderdeel c, BUA; art. 6, tweede lid, en art. 17, zesde lid, Zesde richtlijn
Essentie
Privégebruik auto's door personeel. Prejudiciële vragen over de Europeesrechtelijke houdbaarheid van de aftrekuitsluiting ingevolge het BUA
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 1997-1999 een groot aantal personenauto's gekocht. De auto's werden gebruikt voor zakelijke doeleinden maar ook voor privédoeleinden van haar directeur. Aan belanghebbende is ter zake van dat gebruik een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd, gebaseerd op de regeling van art. 1, eerste lid, onderdeel c, BUA.
De Hoge Raad stelt aan het Hof van Justitie prejudiciële vragen over de verenigbaarheid van die regeling met art. 11 Tweede richtlijn en art. 6 en 17 Zesde richtlijn.
Uitspraak
... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.