V-N 1999/14.9:FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Ontvankelijkheid beroep in cassatie. Aftrek kosten monumentenpand

V-N 1999/14.9

FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Ontvankelijkheid beroep in cassatie. Aftrek kosten monumentenpand

Documentgegevens:

HR 03-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2691, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 3 maart 1999
Magistraten: Stoffer; Fleers; Pos; Beukenhorst; Monné; Berge, van den
Zaaknummer: 33 023
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AA2691
JCDI: JCDI:ADS899917:1
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1999:AA2691, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2691, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑1999
Wetingang: Art. 6:7 , 6:11 en 6:24 Awb; art. 36 en 42a Wet IB 1964

Essentie

Samenvatting

Een aan X toebehorende monumentenwoning is op grond van art. 42a, vijfde lid, Wet IB 1964 voor een derde, Y, volledig aan te merken als eigen woning. In geschil is of te dezen art. 36, achtste lid, Wet IB 1964 de toepassing van art. 42, zevende lid, Wet IB 1964 beperkt.

Hof Amsterdam overweegt: Als bedoeling van wetgever dient te worden verondersteld dat voor de gezamenlijkheid van de gebruikers/eigenaren van een monumentenwoning per saldo een kostenaftrek op de voet van art. 42, zevende lid, mogelijk zou blijven. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.