HR, 13-12-1989, nr. 25077

Documentgegevens:

HR 13-12-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4179

Instantie: Hoge Raad (Belastingkamer)
Datum: 13 december 1989
Magistraten: Royer; Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Korthals Altes; Verburg
Zaaknummer: 25077
LJN: ZC4179
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1989:ZC4179, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 13‑12‑1989
Wetingang: Alg. abbb vertrouwensbeginsel, art. 6 en 22 Wet IB 1964

Uitspraak

Belanghebbende, X, is als advocaat verbonden aan een advocatenkantoor. Hij behandelt tegen een vaste vergoeding zaken van dat kantoor en geniet daarnaast inkomsten uit in zogenaamde eigen zaken verrichte werkzaamheden. In geschil is of laatstbedoelde inkomsten als winst uit onderneming kunnen worden aangemerkt, althans of X vertrouwen mocht ontlenen aan de omstandigheid dat de inspecteur sinds 1966 de aangiften op dit punt heeft gevolgd.

Hof 's-Hertogenbosch stelt de inspecteur in het gelijk.

Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad:

's Hofs oordeel dat X geen winst uit onderneming heeft genoten geeft geen blijk van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.