BNB 2003/186:Overgangsregeling uitholling heffingsgrondslag niet voor geheel nieuwe situaties

BNB 2003/186

Overgangsregeling uitholling heffingsgrondslag niet voor geheel nieuwe situaties

Documentgegevens:

HR 20-12-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4483, m.nt. R.F.C. Spek

Instantie: Hoge Raad
Datum: 20 december 2002
Magistraten: Zuurmond; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Oven, van
Zaaknummer: 37692
Conclusie: A-G mr. Groeneveld
Noot: R.F.C. Spek
LJN: AE4483
JCDI: JCDI:ADS888601:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2002:AE4483, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑12‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE4483, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2002
Wetingang: Art. II Wet van 13 december 1996, Stb. 1996, 651, jo. art. 10a Wet Vpb. 1969; art. 24 Wet IB 1964

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende heeft op 19 maart 1997 zijn belang in een drietal vennootschappen verkocht aan een op die datum opgerichte vennootschap Beheer BV, waarvan hij enig aandeelhouder is. Beheer BV is de koopsom schuldig gebleven. Zij heeft de daarover in 1997 betaalde rente niet ten laste van haar winst gebracht. Belanghebbende heeft de rente niet aangegeven.

HR: Art. II van de Wet van 13 december 1996 betreft een regeling van overgangsrecht. Hieruit volgt dat dit artikel slechts betrekking heeft op feiten die zich hebben voorgedaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.