FED 1998/279
Dividendbelasting beperkt tot in Nederland gevestigde vennootschappen. Prejudiciële vragen
HR 11-02-1998, ECLI:NL:PHR:1998:AA2444, m.nt. D.M. Weber (Verkooyenarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 februari 1998
- Magistraten
Zuurmond; Fleers; Pos; Beukenhorst; Monné; Berge, van den
- Zaaknummer
32 278
- Noot
D.M. Weber
- LJN
AA2444
- Roepnaam
Verkooyenarrest
- JCDI
JCDI:ADS227518:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2444, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑02‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:AA2444, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑1998
- Wetingang
Essentie
Dividendbelasting beperkt tot in Nederland gevestigde vennootschappen. Prejudiciële vragen
Samenvatting
Prejudiciële vragen aan het HvJ EG inzake de verenigbaarheid van de beperking van de dividendvrijstelling tot dividenden van in Nederland gevestigde vennootschappen met achtereenvolgens richtlijn 88/361/EEG inzake het kapitaalverkeer, met het vrije recht van vestiging (art. 52 EG-Verdrag) en het algemene discriminatieverbod (art. 6 EG-Verdrag).
Belanghebbende, X, woonde in 1991 in Nederland en werkte daar in dienstbetrekking bij een in Nederland gevestigde BV, waarvan de aandelen middellijk werden gehouden door een in België gevestigde NV. In het kader van een werknemersspaarplan heeft belanghebbende aandelen in de Belgische NV ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.