Onroerend-goedbelasting van sportcomplex. Vergeefs beroep op recreatievrijstelling

Wegens het feitelijke gebruik van een sportcomplex, omvattende twee voetbalvelden, een trainingsveldje (gravel), een clubgebouw, twee grote en zes kleine lichtmasten, veldafscheiding en ballenvangers, is belanghebbende voor het jaar 1988 betrokken in de onroerend-goedbelastingen van de gemeente Rotterdam. Zij heeft zich voor het Hof beroepen op de vrijstellingsbepaling van art. 7, eerste lid, aanhef en letter n, van de bovengenoemde verordening, betrekking hebbende op ongebouwde eigendommen die voor recreatie zijn bestemd en worden gebruikt en die in eigendom en gebruik zijn bij publiekrechtelijke lichamen. Het Hof heeft zich met het beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?