FED 1983/1407
Een mijn vormt een zelfstandig onroerend goed, zodat voor iedere lokatie twee aanslagen wegens feitelijk gebruik moeten worden opgelegd, een voor de grond en een voor de mijn.
HR 17-11-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AC7770, m.nt. D. Brull
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
17 november 1982
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Vorm, Van Der; Bloembergen; Baardman; Mok
- Zaaknummer
21248
- Noot
D. Brull
- LJN
AC7770
- JCDI
JCDI:ADS200882:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AC7770, Uitspraak, Hoge Raad (Belastingkamer), 17‑11‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AC7770, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑1982
- Wetingang
Art. 273 Gemeentewet (oud)
Essentie
Een mijn vormt een zelfstandig onroerend goed, zodat voor iedere lokatie twee aanslagen wegens feitelijk gebruik moeten worden opgelegd, een voor de grond en een voor de mijn.
Uitspraak
Aan de NAM zijn voor het jaar 1976 wegens feitelijk gebruik van de binnen de gemeente Termunten gelegen onroerende goederen, kadastraal bekend sectie A nr. 171 en sectie G nr. 1351, op een aanslagbiljet voorkomende aanslagen in de onroerend goedbelasting van die gemeente opgelegd.
De Verordening:
Art. 3. Deze verordening verstaat onder:
1. een onroerend goed dan wel het onroerend goed:
a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.