BNB 1997/304
Door verhuur beschikken over woonhuis
HR 11-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2161, m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 334
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- LJN
AA2161
- JCDI
JCDI:ADS887738:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2161, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1997
- Wetingang
Art. 3, eerste lid, letter h, Wet OB 1968; art. 5, zevende lid, letter a, Zesde richtlijn
Essentie
Door verhuur beschikken over woonhuis
Samenvatting
Belanghebbende laat op door haar gekochte grond een woning bouwen, die zij verhuurt aan haar directeur.
Belanghebbende heeft aldus over het woonhuis beschikt voor bedrijfsdoeleinden; ingevolge art. 3, eerste lid, letter h, van de Wet OB 1968 is er sprake van de levering van het woonhuis, met inbegrip van de grond.
Genoemde bepaling is niet in strijd met de strekking van de Zesde richtlijn. De stelling dat tot de maatstaf van heffing niet kunnen worden gerekend elementen uit de kostprijs terzake waarvan geen recht op aftrek is ontstaan, als in casu de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.