BNB 1999/383
Alle belastingplichtigen kunnen voor het volle bedrag van de accijnsschuld worden aangeslagen. Prejudiciële vraag of het voorhanden hebben van een accijnsgoed kan worden aangemerkt als uitslag tot verbruik
HR 24-08-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA2841
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 augustus 1999
- Magistraten
Jansen R.J.J.; Moor, de; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
34 164
- Conclusie
A-G mr. Van den Berge
- LJN
AA2841
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2841, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑08‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA2841, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑08‑1999
- Wetingang
Essentie
Alle belastingplichtigen kunnen voor het volle bedrag van de accijnsschuld worden aangeslagen. Prejudiciële vraag of het voorhanden hebben van een accijnsgoed kan worden aangemerkt als uitslag tot verbruik
Samenvatting
Voortgezet in HvJ EG, BNB 2001/204 en HR, BNB 2002/226*.
Belanghebbende heeft van een derde een hoeveelheid alcohol gekocht en samen met drie anderen jenever bereid.
HR: Indien een accijnsgoed door twee of meer personen wordt vervaardigd rust op ieder van hen - afzonderlijk of gezamenlijk - de plicht aangifte te doen. Aan die plicht is voldaan zodra een van hen de vereiste aangifte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.