Optieovereenkomst tussen BV en directeur-grootaandeelhouder

Documentgegevens:

HR 13-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9984, m.nt. P. Kavelaars

Instantie: Hoge Raad
Datum: 13 oktober 2006
Magistraten: Vliet, van; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck
Zaaknummer: 42 282
Noot: P. Kavelaars
LJN: AY9984
JCDI: JCDI:ADS889173:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2006:AY9984, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2006
Wetingang: Art. 7 Wet IB 1964; art. 8 Wet Vpb. 1969

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende, een BV, verkoopt aan haar directeur en enig aandeelhouder A een calloptierecht op aandelen E tegen de op de optiebeurs bepaalde prijs. Nadat de koers van aandelen E is opgelopen, oefent A de optie niet uit. In geschil is of belanghebbende uit hoofde van de optie-overeenkomst een verlies in aftrek mag brengen.

HR: Bij het beantwoorden van de vraag of de gevolgen die voortvloeien uit de door een vennootschap met haar (enig) aandeelhouder gesloten overeenkomst bij de bepaling van de winst in aanmerking moeten worden genomen, is niet van belang of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.