FED 1999/316
Foutenleer. Geen navordering mogelijk. Geen gewetensgeld. Beroep op rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel faalt.
HR 28-04-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2746
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 1999
- Zaaknummer
34 589
- LJN
AA2746
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2746, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑1999
- Wetingang
Rechtszekerheidsbeginsel, Vertrouwensbeginsel; art. 7 Wet IB 1964
Essentie
Foutenleer. Geen navordering mogelijk. Geen gewetensgeld. Beroep op rechtszekerheids- en vertrouwenscommit; beginsel faalt.
Uitspraak
In 1986 diende de door belanghebbende, X, opgebouwde oudedagsreserve af te nemen met ƒ 73 134, aangezien deze het ondernemingsvermogen per 31 december 1986 met dat bedrag overtrof. Bij de aanslag inkomstenbelasting 1986 vond dit niet plaats. De over 1986 opgelegde navorderingsaanslag is, omdat deze was gebaseerd op een ambtelijk verzuim, vernietigd. In geschil is of de inspecteur de fout in 1988 mocht herstellen.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Indien sprake is van een fout in het voordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.