Door huurder aangebrachte verbeteringen. Passeren bewijsaanbod

Documentgegevens:

HR 07-12-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD6776, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken

Instantie: Hoge Raad
Datum: 7 december 2001
Magistraten: Korthals Altes; Monné; Amersfoort, van; Berge, van den; Leemreis
Zaaknummer: 36 373
Noot: I.J.F.A. van Vijfeijken
LJN: AD6776
JCDI: JCDI:ADS888415:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2001:AD6776, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2001
Wetingang: Art. 15, eerste lid, onderdeel i, Wet BRV; art. 17 Wet ARB

Essentie

Samenvatting

Belanghebbende, huurder van een woon-winkelpand, heeft aan en in dat pand verbouwingen verricht en verbeteringen aangebracht. Daarna heeft hij het pand verkregen voor ƒ 250 000. Dat bedrag is gelijk aan de waarde in het economische verkeer van het pand ten tijde van de verkrijging. Belanghebbende heeft overdrachtsbelasting voldaan over ƒ 190 000, met een beroep op de vrijstelling van art. 15, eerste lid, onderdeel i, Wet BRV voor het verschil ad ƒ 60 000. De Inspecteur legt een naheffingsaanslag op over een verkrijging van ƒ 250 000. Voor het Hof betwist ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.