FED 1995/42
Belanghebbende exploiteert een taxibedrijf. Zij heeft geen BTW voldaan over de fooien die door de bij haar werkzaam zijnde taxichauffeurs zijn ontvangen. HR: er is sprake van vrijwillige betalingen aan de chauffeurs door degenen die van belanghebbendes diensten gebruik maken, zodat geen sprake is van betalingen krachtens derdenbeding. Evenmin kan worden gezegd dat de chauffeurs de fooien in naam en voor rekening van belanghebbende ontvangen. Art. 8, tweede lid van de Wet OB 1968 moet in overeenstemming met art. 11A, aanhef en letter a van de Zesde richtlijn worden uitgelegd, zodat de fooien niet tot de door belanghebbende in aanmerking te nemen vergoeding dienen te worden gerekend.
HR 23-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2978, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 november 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der; Berge, van den
- Zaaknummer
29 186
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA2978
- JCDI
JCDI:ADS224758:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2978, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑1994
- Wetingang
Art. 8 Wet OB 1968; art. 11A Zesde richtlijn
Essentie
Belanghebbende exploiteert een taxibedrijf. Zij heeft geen BTW voldaan over de fooien die door de bij haar werkzaam zijnde taxichauffeurs zijn ontvangen. HR: er is sprake van vrijwillige betalingen aan de chauffeurs door degenen die van belanghebbendes diensten gebruik maken, zodat geen sprake is van betalingen krachtens derdenbeding. Evenmin kan worden gezegd dat de chauffeurs de fooien in naam en voor rekening van belanghebbende ontvangen. Art. 8, tweede lid van de Wet OB 1968 moet in overeenstemming met art. 11A, aanhef en letter a van de Zesde richtlijn worden uitgelegd, zodat de fooien niet tot de door belanghebbende in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.