FED 1988/715
1. Dat de fiscale beboeting een strafvervolging in de zin van art. 6 EVRM oplevert, brengt niet mee dat de regels of beginselen van het nationale strafrecht toepasselijk zijn; 2. Het gelijkheidsbeginsel brengt niet mee dat gevallen van te late betaling van LB in alle opzichten gelijk behandeld moeten worden als gevallen van te late betaling van OB.
HR 07-09-1988, ECLI:NL:HR:1988:BH7334, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 september 1988
- Magistraten
Royer; Jansen; Baardman; Bellaart; Korthals-Altes
- Zaaknummer
25 150
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
BH7334
- JCDI
JCDI:ADS205670:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:BH7334, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑09‑1988
- Wetingang
Essentie
1. Dat de fiscale beboeting een strafvervolging in de zin van art. 6 EVRM oplevert, brengt niet mee dat de regels of commit; beginselen van het nationale strafrecht toepasselijk zijn; 2. Het gelijkheidscommit; beginsel brengt niet mee dat gevallen van te late betaling van LB in alle opzichten gelijk behandeld moeten worden als gevallen van te late betaling van OB.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag loonbelasting 1985.
Aan belanghebbende, BV X te Z, is over het derde kwartaal van 1985 bij wijze van verhoging een naheffingsaanslag LB opgelegd ten bedrage van f 237, welke aanslag na bezwaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.