FED 2007/89
De in art. 6a (oud) Uitv.besl. WBR gestelde eis van zelf-exploitatie door de verkrijger van landbouwgrond is in strijd met art. 15 lid 1 aanhef en onderdeel q (oud) WBR en daarom onverbindend
HR 23-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AU8559, m.nt. J.C. van Straaten (Doorkijkarresten)
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
23 februari 2007
- Magistraten
Berge, van den; Monné; Maanen, van; Streefkerk; Schaap
- Zaaknummer
41591
- Noot
J.C. van Straaten
- LJN
AU8559
- Roepnaam
Doorkijkarresten
- JCDI
JCDI:ADS199804:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AU8559, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AU8559, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑02‑2007
- Wetingang
Art. 15 Wet BRV
Essentie
De in art. 6a (oud) Uitv.besl. WBR gestelde eis van zelf-exploitatie door de verkrijger van landbouwgrond is in strijd met art. 15 lid 1 aanhef en onderdeel q (oud) WBR en daarom onverbindend
Samenvatting
De in art. 6a (oud) Uitv.besl. WBR gestelde eis van zelf-exploitatie door de verkrijger van landbouwgrond is in strijd met art. 15 lid 1 aanhef en onderdeel q (oud) WBR en daarom onverbindend. Ook als geen sprake is van zelf-exploitatie door de verkrijger kan toch sprake zijn van verbetering van de landbouwstructuur in welk geval de verkrijging van landbouwgrond is vrij gesteld van overdrachtsbelasting, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.