FED 1998/357
Voorlopige aanslag ten onrechte niet vernietigd. Staat handelt onrechtmatig
HR 20-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2588, m.nt. F.J. Streppel (B./Staat,voorlopige belastingaanslagen,herroepen voorlopige aanslagen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 1998
- Magistraten
Spier; Roelvink; Mijnssen; Korthals Altes; Hermann; Jansen
- Zaaknummer
16474
C96/292
- Noot
F.J. Streppel
- LJN
ZC2588
- Roepnaam
B./Staat
voorlopige belastingaanslagen
herroepen voorlopige aanslagen
- JCDI
JCDI:ADS238721:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Civiel recht algemeen (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Invordering (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2588, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑1998
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Voorlopige aanslag ten onrechte niet vernietigd. Staat handelt onrechtmatig
Samenvatting
De Staat handelt onrechtmatig tegenover de belastingplichtige indien een opgelegde voorlopige aanslag niet wordt vernietigd en het daarop betaalde niet wordt terugbetaald, zodra duidelijk is dat de voorlopige aanslag wegens strijdigheid met de wet moet worden vernietigd.
Dit onrechtmatig handelen verplicht de Staat de schade, waaronder renteverlies, onafhankelijk van de bepalingen van de Invorderingswet 1990 over invorderingsrente, te vergoeden.
Uitspraak
VASTSTAAT:
Kort samengevat houden deze feiten het volgende in. Door de inspecteur der directe belastingen te A zijn aan A voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en premieheffing volksverzekeringen over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.