FED 2006/71
Keuze voor fiscaal partnerschap bij voorlopige teruggaaf moet worden bevestigd in de aangifte. Bevestiging in een later stadium is niet meer mogelijk, indien aanslag van één van de beoogde fiscale partners onherroepelijk vaststaat
HR 28-04-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU3580, m.nt. W.A.P. van Roij
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 april 2006
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Streefkerk
- Zaaknummer
41 111
- Noot
W.A.P. van Roij
- LJN
AU3580
- JCDI
JCDI:ADS235240:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU3580, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU3580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2006
- Wetingang
Essentie
Keuze voor fiscaal partnerschap bij voorlopige teruggaaf moet worden bevestigd in de aangifte. Bevestiging in een later stadium is niet meer mogelijk, indien aanslag van één van de beoogde fiscale partners onherroepelijk vaststaat
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE STAATSSECRETARIS OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
Belanghebbende heeft in november 2001 de Belastingdienst verzocht om een voorlopige teruggaaf voor het jaar 2001 ter zake van de algemene heffingskorting, waarbij tot uitdrukking werd gebracht dat zij en haar huisgenoot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.