FED 1993/716
Tot de onroerende zaken waarmee het bedrijf wordt uitgeoefend, behoren een schuur, een werkplaats en een showroom annex winkel en kantoor. In een hoek van het terrein bevindt zich het vrijstaande woonhuis van belanghebbende. HR: Een uitsluitend als zodanig gebruikte woning kan binnen de grenzen der redelijkheid tot het ondernemingsvermogen worden gerekend, indien de bewoning ervan mede dienstbaar is aan de bedrijfsuitoefening. Daarbij is de ligging een duidelijke maar niet zonder meer beslissende aanwijzing.
HR 07-07-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5401, m.nt. G.Th.K. Meussen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 1993
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Moor, De; Putt-Lauwers, Van Der
- Zaaknummer
28 751
- Noot
G.Th.K. Meussen
- LJN
ZC5401
- JCDI
JCDI:ADS213319:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5401, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑1993
- Wetingang
Art. 7, 8 en 15, derde lid, Wet IB 1964
Essentie
Tot de onroerende zaken waarmee het bedrijf wordt uitgeoefend, behoren een schuur, een werkplaats en een showroom annex winkel en kantoor. In een hoek van het terrein bevindt zich het vrijstaande woonhuis van belanghebbende. HR: Een uitsluitend als zodanig gebruikte woning kan binnen de grenzen der redelijkheid tot het ondernemingsvermogen worden gerekend, indien de bewoning ervan mede dienstbaar is aan de bedrijfsuitoefening. Daarbij is de ligging een duidelijke maar niet zonder meer beslissende aanwijzing.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting 1986.
Vaststaat:
1.1. Belanghebbende is weduwe van A die op 3 december 1985 is overleden.
A exploiteerde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.