FED 1995/199
Legaat van het vruchtgebruik van een tot de huwelijksgemeenschap behorende onroerende zaak aan de langstlevende echtgenoot. De toescheiding van een tot de gemeenschap behorende onroerende zaak aan de nalatenschap, gevolgd door vestiging van een recht van vruchtgebruik op de onroerende zaak is geen rechtshandeling als bedoeld in art. 10 Successiewet 1956.
HR 08-02-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3081, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 februari 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 785
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AA3081
- JCDI
JCDI:ADS224656:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3081, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑02‑1995
- Wetingang
Art. 10 Successiewet 1956
Essentie
Legaat van het vruchtgebruik van een tot de huwelijksgemeenschap behorende onroerende zaak aan de langstlevende echtgenoot. De toescheiding van een tot de gemeenschap behorende onroerende zaak aan de nalatenschap, gevolgd door vestiging van een recht van vruchtgebruik op de onroerende zaak is geen rechtshandeling als bedoeld in art. 10 Successiewet 1956.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslagen successierecht ter zake van verkrijgingen uit de nalatenschap van X-Y, overleden te Q op 7 april 1991.
Vaststaat:
2.1. Vorengenoemde erflaatster is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd geweest met X. Laatstgenoemde had vier kinderen uit een eerder huwelijk. Uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.