FED 1996/983
HR, 27-11-1996, nr. 31 409
HR 27-11-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1773
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 november 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Jansen, C.H.M.; Fleers; Pos
- Zaaknummer
31 409
- LJN
AA1773
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1773, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑11‑1996
- Wetingang
Art. 61a (oud) en 61m (oud) Wet algemene bepalingen milieubeheer; art. 15, eerste lid en derde lid, Wet milieubeheer
Uitspraak
Belanghebbende, de vof X, exploiteert een inrichting voor de vervaardiging van chemische produkten. X gebruikt een installatie die aardgas omzet in methanol waarbij als restprodukt foezelolie ontstaat. X benut de foezelolie voor energie-opwekking. Daarbij komen verontreinigende stoffen in de buitenlucht terecht. Bij de aangifte van de hoeveelheid foezelolie die zij van 1 april 1991 t/m 31 december 1993 verbrandde, merkt X op dat zij geen heffing verschuldigd is over de verbrande foezelolie.
In geschil is of de inspecteur, uitgaande van de door X verstrekte gegevens, terecht een naheffingsaanslag brandstofheffing/verbruiksbelasting van vloeibare brandstoffen oplegt.
Hof 's-Gravenhage stelt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.