V-N 1993/1305, 15
Vennootschapsbelasting Inbreng vordering ten titel van informele kapitaalstorting i.c. geen kwijtschelding
HR 10-03-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5290, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1993
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Moor, De; Jansen
- Zaaknummer
28 508
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
ZC5290
- JCDI
JCDI:ADS895522:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5290, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1993
- Wetingang
art. 7 en art. 8, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 1964 jo. art. 8, eerste lid, Wet Vpb. 1969
Essentie
Vennootschapsbelasting Inbreng vordering ten titel van informele kapitaalstorting i.c. geen kwijtschelding
Samenvatting
Het volledige aandelenkapitaal van belanghebbende, X BV, is tot januari 1982 in handen van A BV. Nadat A BV in januari 1982 in staat van faillissement is verklaard, worden de bedrijfsmiddelen en voorraden van X BV, die als zekerheid dienen voor de bankschuld van A BV, uitgewonnen tegen creditering van de opbrengst op de rekening-courantschuld van X BV jegens A BV. Daarna resteert van die rekening-courantschuld nog f 2 071 141. Vervolgens worden het volledige aandelenkapitaal in X BV en de vordering van A BV op X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.