FED 1997/637
HR, 29-08-1997, nr. 32 431
HR 29-08-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2238
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 augustus 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
32 431
- LJN
AA2238
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2238, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑08‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2238, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑1997
- Wetingang
Art. 11 Wet OB 1968
Uitspraak
Belanghebbende, X BV, handelt in onroerende zaken. In 1977-1989 verwierf X BV drie percelen grond. De juridische eigendom was in handen van A, directeur-enig aandeelhouder van X BV. In 1990 verkochten X BV en A de percelen grond aan C BV.
In geschil is of sprake was van vervaardigde grond ex art. 11, eerste lid, aanhef en onderdeel a, Wet OB 1968.
Hof Amsterdam stelt X BV in het ongelijk.
Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de Hoge Raad:
Het hof heeft geoordeeld dat de bewerkingen aan de grond aan de b-straat zodanig waren dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.