BNB 2005/335
Zaak Pizzati. Overschrijding redelijke termijn. Vergoeding voor immateriële schade
EHRM 10-11-2004, ECLI:NL:XX:2004:AS3856, m.nt. M.W.C. Feteris
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
10 november 2004
- Magistraten
Rozakis; Lorenzen; Bonello; Kovler; Steiner; Hajiyev; Ferrari Bravo
- Zaaknummer
62361/00
- Noot
M.W.C. Feteris
- LJN
AS3856
- JCDI
JCDI:ADS889040:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2004:AS3856, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 10‑11‑2004
- Wetingang
Art. 6, eerste lid, en art. 41 EVRM
Essentie
Zaak Pizzati. Overschrijding redelijke termijn. Vergoeding voor immateriële schade
Samenvatting
Na ruim 26 jaar procederen wordt belanghebbende door de Italiaanse rechter in het gelijk gesteld. Daaropvolgend verzoekt zij om schadevergoeding vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De rechter kent haar op basis van de nationale wet een bedrag van € 5000 toe.
EHRM: Wegens overschrijding van de redelijke termijn is art. 6, eerste lid, EVRM geschonden. De compensatie van € 5000 is onvoldoende. Gelet op de omstandigheden van het geval is een bedrag van € 25 200 passend als vergoeding voor de immateriële schade; Italië moet dus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.