FED 1995/443
Geen 'voorziening' mogelijk ter zake van toekomstige kosten voor ingegane VUT-uitkeringen als op belanghebbende geen andere verplichting rust dan die van betaling van een loonsompremie aan het VUT-fonds.
HR 12-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1543, m.nt. P.F. Goes
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 105
- Noot
P.F. Goes
- LJN
AA1543
- JCDI
JCDI:ADS227429:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1543, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1995
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Geen 'voorziening' mogelijk ter zake van toekomstige kosten voor ingegane VUT-uitkeringen als op belanghebbende geen andere verplichting rust dan die van betaling van een loonsompremie aan het VUT-fonds.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting boekjaar 1984/1985.
Vaststaat:
3.1. Belanghebbende heeft een gebroken boekjaar lopend van 1 oktober tot en met 30 september. De aangifte voor het onderwerpelijke boekjaar - 1984/85 - is ingediend op 12 maart 1987. Het aangegeven belastbare bedrag bedroeg f 39 343 794. Bij de aanslagregeling in februari 1990 is hierop een correctie van f 3 250 000 aangebracht, bestaande uit een - thans ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.