BNB 1993/349
HR, 20-10-1993, nr. 29 464
HR 20-10-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5491
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 oktober 1993
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Fleers
- Zaaknummer
29 464
- LJN
ZC5491
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC5491, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑10‑1993
- Wetingang
Art. 273 gemeentewet; Verordening op de heffing van onroerend-goedbelastingen Amsterdam
Samenvatting
Eén onroerend goed?
Het aan belanghebbende in eigendom toebehorende pand vormt één geheel met een pand dat aan een ander in eigendom toebehoort. Hof: één onroerend goed.
HR: voor de heffing van de onroerend-goedbelastingen wegens genot krachtens zakelijk recht kan een geheel als het onderhavige slechts dan als één onroerend goed worden aangemerkt indien met betrekking tot alle samenstellende delen sprake is van dezelfde zakelijk gerechtigde.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de Directeur gemeentebelastingen Amsterdam tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 januari 1993 betreffende na te melden aan X ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.