BNB 1996/134
Verbouwing monumentenpand tot afzonderlijke wooneenheden
HR 17-01-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1921
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Jansen, C.H.M.
- Zaaknummer
30 814
- LJN
AA1921
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1921, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑1996
- Wetingang
Art. 35 Wet IB 1964
Essentie
Verbouwing monumentenpand tot afzonderlijke wooneenheden
Samenvatting
Het voorheen als één geheel gebruikte monumentenpand is door verbouwing gereedgemaakt voor de verhuur van afzonderlijke wooneenheden.
HR: het Hof heeft tot uitdrukking gebracht dat de werkzaamheden niet ertoe hebben gestrekt om het pand, zoals dat bij de aanvang van de werkzaamheden bestond, in bruikbare staat te herstellen en aldus de ingetreden achteruitgang op te heffen. De kosten kunnen dan niet, ook niet voor een gedeelte, worden aangemerkt als aftrekbare kosten van onderhoud.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.