BNB 2011/59
Definitie kwade trouw en voorwaardelijk opzet. Vereiste bewustheid ten tijde van het doen van de aangifte
HR 03-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO5989, m.nt. J.A.R. van Eijsden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 2010
- Magistraten
Berge, van den; Schaap; Tijnagel; Feteris; Koopman
- Zaaknummer
09/04514
- Noot
J.A.R. van Eijsden
- LJN
BO5989
- JCDI
JCDI:ADS170871:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO5989, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑2010
- Wetingang
Art. 16, eerste lid, en art. 67e AWR
Essentie
Definitie kwade trouw en voorwaardelijk opzet. Vereiste bewustheid ten tijde van het doen van de aangifte
Samenvatting
Het Hof heeft - bij zijn beoordeling van de vraag of belanghebbende te kwader trouw was in de zin van art. 16, eerste lid, AWR - overwogen dat de Inspecteur erin is geslaagd aannemelijk te maken dat belanghebbende de Inspecteur opzettelijk de juiste inlichtingen heeft onthouden inzake de afkoop van een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. Daartoe heeft het Hof overwogen dat belanghebbende wist dan wel had moeten weten dat zijn aangifte niet alle informatie bevatte die nodig was om een juiste ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.