BNB 1992/366
HR, 09-09-1992, nr. 27 399
HR 09-09-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC5051, m.nt. P. den Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 1992
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Bellaart; Korthals Altes; Moor, De
- Zaaknummer
27 399
- Noot
P. den Boer
- LJN
ZC5051
- JCDI
JCDI:ADS887024:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1992:ZC5051, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑1992
- Wetingang
(Zorgvuldigheidsbeginsel; art. 17 Wet ARB; art. 7, vierde lid, Wet OB 1968)
Samenvatting
Mocht de Inspecteur bescheiden, verkregen bij huiszoeking in het kader van een strafrechtelijk onderzoek als bewijsmiddel gebruiken?
Bij belanghebbende, belastingadviseur, is een strafrechtelijk onderzoek ingesteld door de FIOD. Voor het opleggen van een naheffingsaanslag in de omzetbelasting heeft de Inspecteur gebruik gemaakt van bescheiden die krachtens een rechterlijk verlof tot huiszoeking in beslag zijn genomen.
HR: 1. uit de stukken van het geding blijkt dat belanghebbende voor het Hof heeft gesteld dat de FIOD zowel bij het Openbaar Ministerie als bij de Rechtbank een onjuiste, voor belanghebbende uiterst nadelige, voorstelling van zaken heeft gegeven en daarmee deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.