FED 1998/678
HR, 07-10-1998, nr. 33 763
HR 07-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2318
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 1998
- Magistraten
Fleers; Pos; Beukenhorst
- Zaaknummer
33 763
- LJN
AA2318
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2318, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑1998
- Wetingang
Art. 220c, eerste lid (oud) gemeentewet; vertrouwensbeginsel; art. 17 Wet ARB
Uitspraak
Teneinde een geschil over de voor de onroerendezaakbelastingen 1996 gehanteerde waarde van een aantal vergelijkbare panden te beslechten, is in een door de gemeente getekende overeenkomst bepaald dat taxateurs zouden beoordelen of het nabij gelegen pand a-straat 1 representatief was voor de overige panden waaronder dat van belanghebbende, X, en, als dat het geval was, dit pand zouden taxeren. Wanneer de getaxeerde waarde lager zou liggen dan de door de gemeente voor 1995 vastgestelde waarde, zou ingevolge de overeenkomst 'de waarde van alle tot het complex behorende woningen naar rato van deze verlaging en met inachtneming van onderlinge verschillen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.