V-N 2001/3.4
ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN. INKOMSTENBELASTING Gelijkheidsbeginsel. Ongelijke behandeling uitwonende en thuiswonende studenten gerechtvaardigd
HR 06-12-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8849, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2000
- Magistraten
Korthals Altes; Beukenhorst; Monné; Amersfoort, van; Bavinck
- Zaaknummer
34933
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA8849
- JCDI
JCDI:ADS901201:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA8849, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8849, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑2000
- Wetingang
Art. 46 Wet IB 1964
Essentie
ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN. INKOMSTENBELASTING Gelijkheidsbeginsel. Ongelijke behandeling uitwonende en thuiswonende studenten gerechtvaardigd
Samenvatting
In geschil is of de voor aftrek in aanmerking te nemen studiekosten van X, een uitwonende student, moeten worden verminderd met het bedrag van de basisbeurs voor uitwonende studenten ad f 5100 per jaar, of met het lagere bedrag voor thuiswonende studenten ad f 1500.
Zoals in HR BNB 1995/83 is overwogen, heeft de wetgever om redenen van uitvoerbaarheid, eenvoud en doelmatigheid, gekozen voor een systeem zoals dat is neergelegd in art. 46, negende lid, Wet IB 1964 jo. art. 30b, aanhef en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.