FED 2004/482
Waardering uit swapovereenkomst voortvloeiende vorderingen en schulden
HR 23-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AI0670, m.nt. P.M. Verhagen (valutahedge-arrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 2004
- Magistraten
Groeneveld; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37893
- Noot
P.M. Verhagen
- LJN
AI0670
- Roepnaam
valutahedge-arrest
- JCDI
JCDI:ADS234924:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AI0670, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AI0670, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑2004
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964
Essentie
Waardering uit swapovereenkomst voortvloeiende vorderingen en schulden
Samenvatting
Het is in overeenstemming met goed koopmansgebruik om de uit een swapovereenkomst voortvloeiende vorderingen en schulden op de (hogere) valutakoers op balansdatum te waarderen. Voorzover tegenover een vordering in vreemde valuta een schuld in vreemde valuta staat, mag de wijziging van de waardering van beide niet los van elkaar plaatsvinden.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1990.
VASTSTAAT:
2.1 Belanghebbende is een in Nederland gevestigde vennootschap die deel uitmaakt van de Y-groep. Alle aandelen in belanghebbende werden in het onderhavige jaar gehouden door AB H (hierna ook: AB), een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.