Hof Amsterdam, 24-01-2001, nr. 00/231
ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0097
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
24-01-2001
- Zaaknummer
00/231
- LJN
AB0097
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0097, Uitspraak, Hof Amsterdam, 24‑01‑2001; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 24‑01‑2001
Inhoudsindicatie
Parkeerbelasting. Laden en lossen is het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring in- of uitladen van goederen van zodanig gewicht of zodanige omvang dat deze bezwaarlijk anders dan per auto konden worden vervoerd gedurende de tijd die daarvoor nodig is. Naheffingsaanslag vernietigd in verband met de afspraak met de lokale parkeerwachter, dat geen parkeergeld behoeft te worden betaald als de auto slechts is geparkeerd voor de tijd nodig voor het legen van de postbus.
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Veertiende Enkelvoudige Belastingkamer
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak in het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van … van de gemeente A, hierna verweerder, gedagtekend 21 januari 2000, betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting, met dagtekening 24 november 1999 en met nummer 15745.
Het beroep is behandeld ter zitting van 17 januari 2001.
Beslissing
Het Hof:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de bestreden uitspraak;
vernietigt de naheffingsaanslag;
gelast de gemeente A het gestorte griffierecht ad ƒ 450 aan belanghebbende te vergoeden; en
veroordeelt verweerder in de proceskosten van belanghebbende tot een beloop van ƒ 25 en wijst de gemeente A aan dit bedrag aan belanghebbende te voldoen.
Gronden
1. De auto van belanghebbende, een blauwe Citroen XM met kenteken …, stond op 24 november 1999 om 13.38 uur op een parkeerplaats nabij het postkantoor aan de a-straat te A waarvoor parkeerbelasting verschuldigd is, welke belasting bij de aanvang van het parkeren moet worden voldaan. Belanghebbende heeft de belasting niet betaald. Belanghebbende heeft zijn auto slechts verlaten voor het legen van zijn postbus op ongeveer 5 meter van de plaats waar zijn auto stond. Onder de post bevonden zich twee iets grotere poststukken, maar deze waren niet zo groot dat deze bezwaarlijk anders dan per auto konden worden vervoerd.
2. Belanghebbende stelt dat het halen van de post minder dan een minuut in beslag heeft genomen en moet worden aangemerkt als laden en/of lossen, zodat geen sprake is van parkeren. Onder laden en lossen dient - naar ’s Hofs oordeel - te worden verstaan het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring in- of uitladen van goederen van zodanig gewicht of zodanige omvang dat deze bezwaarlijk anders dan per auto konden worden vervoerd gedurende de tijd die daarvoor nodig is. Nu - naar niet in geschil is - de door belanghebbende opgehaalde post niet een dergelijk gewicht of dergelijke omvang hadden, is van laden en/of lossen geen sprake. Daaraan doet niet af dat het halen van de post minder dan een minuut duurde. In zoverre is het gelijk aan verweerder.
3. Belanghebbende heeft ter zitting gesteld dat hij vóór 24 november 1999 een afspraak heeft gemaakt met de lokale parkeerwachter, welke afspraak inhoudt dat geen parkeergeld behoeft te worden betaald als de auto slechts is geparkeerd voor de tijd nodig voor het legen van de postbus. Verweerder heeft ter zitting gezegd dat hij bereid is te geloven dat deze afspraak bestaat. Het Hof begrijpt daaruit dat verweerder het bestaan van deze afspraak erkent, althans niet bestrijdt. Nu voorts niet in geschil is dat belanghebbende de auto slechts heeft verlaten voor het legen van de postbus, is het Hof van oordeel dat belanghebbende aan de hiervoor bedoelde afspraak het in rechte te beschermen vertrouwen mocht ontlenen dat in dit geval geen naheffingsaanslag parkeerbelasting zou worden opgelegd. De bestreden aanslag is opgelegd in strijd met dat vertrouwen en zal daarom worden vernietigd.
Proceskosten
Het Hof acht termen aanwezig voor een veroordeling van verweerder in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Aangezien gesteld noch gebleken is dat andere in artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht vermelde kosten zijn gemaakt dan de reiskosten voor het bijwonen een zitting te Amsterdam door belang-hebbende, zal het Hof de veroordeling tot die kosten beperken. Voor vergoeding komen in aanmerking de reiskosten per openbaar vervoer, niet zijnde taxi, laagste klasse. Het Hof begroot die kosten op ¦ 25.
De uitspraak is gedaan op 24 januari 2001 door mr. Van Loon, lid van de belastingkamer, in tegenwoordigheid van mr. Van de Merwe als griffier. De beslissing is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal door de het lid van de belastingkamer en de griffier ondertekend.
Het lid van de belastingkamer heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het Gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke. Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak is een griffierecht verschuldigd. Na het verzoek tot vervanging ontvangt U van de griffier een nota griffierecht.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het Gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het Gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.