FED 2002/81
Van het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers in de zin van art. 8, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 1964 is niet slechts sprake bij uitdrukkelijke kwijtschelding
HR 07-12-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD6783, m.nt. F.G.F. Peters
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 2001
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Oven, van
- Zaaknummer
36 854
- Noot
F.G.F. Peters
- LJN
AD6783
- JCDI
JCDI:ADS234226:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD6783, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑2001
- Wetingang
Art. 8, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 1964
Essentie
Van het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers in de zin van art. 8, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 1964 is niet slechts sprake bij uitdrukkelijke kwijtschelding
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag vennootschapsbelasting 1996.
VASTSTAAT:
3.1 B is sedert de jaren tachtig betrokken bij een groot aantal besloten vennootschappen. Deze vennootschappen houden zich bezig met onder andere schoonmaakwerkzaamheden, stoffering, tuinonderhoud, schilderwerk, handel in aardappelen, groente, fruit, enz.
3.2 E BV, waarin B 50,5% en zijn echtgenote 49,5% van de aandelen houden en welke vennootschap tot 19 januari 1987 was genaamd F BV, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.