BNB 1997/330
Bewijslastverdeling. Te laat ingediend vertoogschrift
HR 20-08-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3259
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 augustus 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
32 568
- LJN
AA3259
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3259, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑08‑1997
- Wetingang
Art. 8 en art. 17 Wet ARB
Essentie
Bewijslastverdeling. Te laat ingediend vertoogschrift
Samenvatting
Belanghebbende, ondernemer, heeft bankstortingen verricht, die uit zijn administratie niet konden worden verklaard. De Inspecteur heeft de aangegeven omzet met deze bedragen verhoogd. Het Hof oordeelt dat het op de weg van belanghebbende ligt een verklaring te geven voor de herkomst van de gelden; hij heeft evenwel zijn verklaring niet aannemelijk gemaakt. Dit feitelijk oordeel kan in cassatie niet op zijn juistheid worden getoetst.
De klacht van belanghebbende dat het vertoogschrift van de Inspecteur hem pas een week voor de zitting van het Hof heeft bereikt, kan hem niet baten nu hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.