BNB 1994/297
HR, 22-07-1994, nr. 29 743
HR 22-07-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5721, m.nt. D. Juch
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juli 1994
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 743
- Noot
D. Juch
- LJN
ZC5721
- JCDI
JCDI:ADS660304:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5721, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑07‑1994
- Wetingang
Fraus legis; art. 24 Wet IB 1964
Samenvatting
Kasgeldconstructie. Het ,,put''-criterium; ,,terstond'' kunnen putten uit liquide middelen niet vereist
De vennootschap A Beheer BV, waarvan belanghebbende alle aandelen hield, was houdster van 50% van de aandelen van vennootschap B BV en verkocht die op 16 december 1985 voor f 3 661 000 aan de daartoe opgerichte C Holding BV, waarvan alle aandelen in handen van belanghebbende waren. Op dezelfde dag verkocht belanghebbende zijn aandelen A aan een dochtervennootschap van een bank voor f 4 605 593. De opbrengst van laatstvermelde verkoop, verminderd met het op de aandelen gestorte bedrag, is door de Inspecteur gerekend tot de inkomsten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.