BNB 1989/274
HR, 04-07-1989, nr. 25 660
HR 04-07-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4077, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 juli 1989
- Magistraten
Royer; Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Korthals Altes
- Zaaknummer
25 660
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
ZC4077
- JCDI
JCDI:ADS886656:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4077, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑07‑1989
- Wetingang
Samenvatting
Uitkeringen krachtens de WAO en de AAW kunnen niet worden aangemerkt als pensioen krachtens de wettelijke sociale verzekering in de zin van art. 20, lid 2, van het Verdrag Ned.-Oostenrijk t.v.v.d.b.
Belangh., thans wonende in Oostenrijk, is in het verleden in Nederland in particuliere dienstbetrekking werkzaam geweest. Hij is destijds gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard en ontvangt uit dien hoofde een basisuitkering AAW en een aanvullende uitkering ingevolge de WAO. In geschil is of de uitkeringen zijn onderworpen aan de Nederlandse loonbelasting.
HR: het begrip ,,pensioenen krachtens de wettelijke sociale verzekering'' in art. 20, tweede lid, Verdrag Ned.-Oostenrijk t.v.v.d.b. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.