V-N 2001/25.6
FISCAAL BESTUURSRECHT Boete. Onmiddellijke werking gunstiger boetebepaling. Verbetering aangifte wegens vermoeden van ontdekking verzwegen inkomsten
HR 02-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1375, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 mei 2001
- Magistraten
Korthals Altes; Pos; Monné; Amersfoort, van; Bavinck
- Zaaknummer
36 199
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AB1375
- JCDI
JCDI:ADS901595:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1375, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑05‑2001
- Wetingang
Art. 67n AWR; art. XXIII Wet van 18 dec. 1997 Stb. 737; art. III Wet van 18 dec. 1997, Stb. 738
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT Boete. Onmiddellijke werking gunstiger boetebepaling. Verbetering aangifte wegens vermoeden van ontdekking verzwegen inkomsten
Samenvatting
X had een nummerrekening bij een bank in Zwitserland. In zijn aangiften maakte hij hiervan geen melding. In 1997 deed X hiervan alsnog aangifte. In geschil is of sprake is van vrijwillige verbetering.
Hoge Raad: De vanaf 1 januari 1998 geldende bepaling aangaande de oplegging van een vergrijpboete is gunstiger voor de belastingplichtige dan het voorheen geldende stelsel van bestuurlijke boeten. De nieuwe regel heeft daarom onmiddellijke werking. Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat ten tijde van de verbetering van zijn aangifte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.