Hof Amsterdam, 21-02-2000, nr. 98/05048
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA7735
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
21-02-2000
- Zaaknummer
98/05048
- LJN
AA7735
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA7735, Uitspraak, Hof Amsterdam, 21‑02‑2000; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
NTFR 2000/407
Uitspraak 21‑02‑2000
Inhoudsindicatie
De dienst bestaande uit het gelegenheid geven tot floaten kan gerangschikt worden onder het verlaagde tarief op grond van artikel 9, tweede lid, onderdeel a van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet) juncto onderdeel b, post 3 van de bij de Wet behorende Tabel I.
98/05048
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
Tweede meervoudige Belastingkamer
UITSPRAAK
op het beroep van de besloten vennootschap X B.V. te Z, belanghebbende,
tegen
een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen P, verweerder.
1. Loop van het geding
Van belanghebbende is ter griffie een beroepschrift ontvangen op 24 november 1998, ingediend door mr. A te Q als gemachtigde van belanghebbende. Het beroepschrift is aangevuld bij brief van 15 februari 1999. Het beroep is gericht tegen de uitspraak op het bezwaarschrift betreffende het bedrag van de op aangifte voldane omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 1998 tot en met 31 maart 1998. Na bezwaar is bij brief van de verweerder van 30 oktober 1998 de motivering van de uitspraak op het bezwaarschrift gegeven, waarin is vermeld dat het bezwaar wordt afgewezen. Een afschrift van de uitspraak op bezwaar is niet afgegeven door de verweerder. Belanghebbende heeft beroep ingesteld binnen zes weken na 30 oktober 1998. Het beroep strekt tot vernietiging van de uitspraak en tot teruggave van een bedrag van ƒ 8.361 aan omzetbelasting.
De verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Hij concludeert tot bevestiging van de uitspraak.
Het beroep is behandeld op 4 augustus 1999 door de vierde enkelvoudige belastingkamer. Ter zitting van 4 augustus 1999 zijn verschenen en gehoord gemachtigde voornoemd, tot bijstand vergezeld van B, alsmede de verweerder. De zaak is verwezen naar de meervoudige belastingkamer. Ter zitting van 11 november 1999 van de tweede meervoudige belastingkamer zijn verschenen en gehoord gemachtigde voornoemd, tot bijstand vergezeld van B, C en D, alsmede de verweerder, tot bijstand vergezeld van E en F.
Ter zitting van 4 augustus 1999 heeft de gemachtigde een pleitnota overgelegd en deze voorgedragen, en heeft hij een bijlage overgelegd. De verweerder heeft kennis kunnen nemen van de pleitnota en de bijlage en heeft hierop kunnen reageren. De inhoud van deze stukken geldt als hier opgenomen. De gemachtigde heeft ter zitting van 4 augustus 1999 een videoband overgelegd welke tot de gedingstukken wordt gerekend.
Tussen partijen vaststaande feiten
2.1 Belanghebbende is opgericht onder de naam X B.V. en verricht diensten, bestaande uit het geven van gelegenheid tot floaten. Daarnaast verricht belanghebbende diensten bestaande uit het geven van massages.
2.2 Onder floaten wordt verstaan het laten drijven van het lichaam op zeer zout water dat continu verwarmd wordt tot circa 35,5 graden Celsius. In het water is een grote hoeveelheid Epsom-bitterzout opgelost waardoor het water een groot drijfvermogen heeft. Hierdoor blijft het lichaam drijven, te vergelijken met drijven in de Dode Zee. Floaten geschiedt in een licht- en geluidisolerend overkapt ligbad van glasfiber. Floaten ontspant de spieren, reduceert de aanmaak van stresshormonen en bevordert de aanmaak van andere hormonen die een gevoel van welbehagen teweegbrengen. Tijdens het floaten wordt het lichaam ontdaan van afvalstoffen. Zowel voor als na het floaten wordt gedoucht. Dit is nodig om schoon in de floatcabine te stappen respectievelijk de afvalstoffen en de zoutresten van het lichaam te spoelen.
2.3 Bij mededeling van 18 oktober 1994, nr. VB 94/2630 heeft de staatssecretaris van Financiën het volgende medegedeeld:
De dienst, bestaande in het gelegenheid geven tot floaten, kan niet worden gerangschikt onder post b 3 van tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968. De bedoeling van floaten is dat door het lichaam te laten drijven op het zoute warme water en verder geen enkele activiteit uit te oefenen een verbetering van de algehele conditie en een volledige ontspanning wordt bereikt. Bij het floaten wordt het water derhalve slechts als medium aangewend en is met name geen sprake van een activiteit als "baden" in de betekenis van het geheel of gedeeltelijk dompelen van het lichaam in een vloeistof, in casu water.
2.4 In de brief van de staatssecretaris van Financiën van 21 mei 1997, nr. VB97/856, gericht aan de gemachtigde, wordt gepersisteerd in de afwijzing van de toepassing van het verlaagde tarief voor floaten.
3. Geschil
Tussen partijen is in geschil of het gelegenheid geven tot floaten gerangschikt kan worden onder het verlaagde tarief op grond van artikel 9, tweede lid, onderdeel a van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet) juncto onderdeel b, post 3 van de bij de Wet behorende Tabel I, zoals belanghebbende verdedigt en de verweerder bestrijdt.
4. Standpunten van partijen
Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken en de in 1. vermelde pleitnota.
Ter zitting van 4 augustus 1999 heeft de gemachtigde het volgende toegevoegd. De mededelingen van het Ministerie van Financiën zijn tegenstrijdig. Eerst zegt men dat floaten "geen baden" is, maar in een latere brief van het Ministerie dient het badelement buiten beschouwing te blijven. Een infraroodsauna heeft minder met baden te maken dan floaten, maar de infraroodsauna valt ook onder de tabelpost b3. Als je als definitie van "baden" het geheel of gedeeltelijk onderdompelen in vloeistof hanteert, dan is floaten baden. Op de videoband die ik overleg staan televisieopnamen van de Amsterdamse televisiezender AT5. De circulaire die bij de pleitnota zit, is niet dezelfde folder als die naar het ministerie is gezonden. De floating-tank is een soort grote overdekte badkuip. Er zijn doorzichtige en niet-doorzichtige tanks. Belanghebbende heeft niet-doorzichtige tanks. Voor en na het floaten moet je douchen. Belanghebbende maakt reclame in het naastgelegen hotel en ook in tijdschriften. Ik weet niet welke tijdschriften. Een sauna kent zowel een geestelijk als een lichamelijk aspect, net als het floaten. De sauna valt in ieder geval onder tabelpost b3. Ik bied een descente aan. Van floaten word je ook fysiek schoon, je huid voelt anders aan en het is bijvoorbeeld helend voor psoriasispatiënten. Vroeger had niemand thuis een bad, maar als je nu thuis een bad neemt, dan doe je dat zowel om te ontspannen als om schoon te worden.
Ter zitting van 4 augustus 1999 heeft de verweerder nog het volgende toegevoegd: Als het gelijk aan de zijde van belanghebbende is dient een teruggave van ƒ 8.361 te volgen. Ik ken de video-opname niet, ik heb er geen behoefte aan om de videoband te bekijken. Een floating-tank is een nauwe ruimte, dus in dat opzicht niet te vergelijken met een zwembad. Ik ken de folder die bij de pleitnota van belanghebbende zit. Bij een zwembad is de reiniging van het lichaam het hoofdcriterium. Bij het floaten gaat het echter om de mentale ontspanning. Ik ben nog nooit in het floating-centrum van belanghebbende geweest.
Ter zitting van 11 november 1999 heeft D het volgende toegevoegd. Een associatie met "new age" proberen wij zo veel mogelijk te voorkomen, bijvoorbeeld door de presentatie en de inrichting van het pand. Floaten is wel drijven, maar niet zweven. De onthechting die optreedt, ervaar je ook bij het nemen van een sauna. De instructie die door het personeel van belanghebbende gegeven wordt vóór het floaten, is puur gericht op het gebruik van de cabine, puur een "technische" uitleg. Wij helpen de mensen niet bij het ontspannen, dat moet ieder voor zich doen. Wij moeten het voornamelijk hebben van mond-op-mond reclame, en van de reclame die wordt gemaakt in het naastgelegen hotel. Ook adverteren wij wel eens in bladen zoals "Body en beauty", maar dat is meer in de vorm van het aanbieden van een arrangement met korting.
De gemachtigde heeft ter zitting toegevoegd dat het nemen van een modderbad in bijvoorbeeld een kuuroord als in Nieuweschans of Thermae 2000 voor zover hem bekend onder het verlaagde tarief valt.
Ter zitting van 11 november 1999 heeft de verweerder nog het volgende toegevoegd. Volgens de Finse (bad)cultuur is een sauna historisch gezien baden, en dat is met Turkse baden ook zo. Van floaten kun je dat echter niet zeggen. Bij een zwembad kom je er schoner uit dan dat je erin gaat. Dat is bij floaten niet het geval, want je moet vooraf en achteraf douchen. Een modderbad valt niet onder het verlaagde tarief.
5. Beoordeling van het geschil
5.1 Belanghebbende heeft zich primair op het standpunt gesteld dat floaten gezien dient te worden als het nemen van een bad. Belanghebbende voert hiertoe aan dat floaten verregaande overeenkomsten vertoont met het verblijf in een badinrichting en dat het floaten, door het lichaam te laten drijven op het zoute warme water, naar maatschappelijke opvattingen gezien wordt als het nemen van een bad.
5.2 Tegenover het primaire standpunt van belanghebbende heeft de verweerder gesteld dat floaten niet gezien kan worden als het nemen van een bad. De verweerder voert hiertoe, kort samengevat, aan dat het floaten bovenal gericht is op het bereiken van een toestand van totale ontspanning, en dat de reiniging van het lichaam niet de drijfveer voor het floaten vormt.
5.3 Met belanghebbende is het Hof van oordeel dat floaten naar maatschappelijke opvattingen gezien dient te worden als het nemen van een bad. Naar het normale spraakgebruik valt onder het nemen van een bad ook een handeling als het floaten, waarbij het lichaam zich op en in speciaal geprepareerd water bevindt en daardoor het lichaam, naar belanghebbende onvoldoende weersproken heeft gesteld, ook fysiek wordt gereinigd. Aan dit laatste doet niet af dat na het floaten een douche wordt genomen om de afvalstoffen en de zoutresten te verwijderen. De omstandigheid dat door het floaten ook een toestand van geestelijk welbevinden wordt geschapen is naar 's Hofs oordeel niet zo overheersend dat het nemen van een bad daarin opgaat.
5.4 De verweerder gaat er kennelijk vanuit dat personen die van de diensten van belanghebbende gebruik maken, zulks in de eerste plaats doen met het oog op door het floaten veroorzaakte geestelijke welbevinden. Ook indien deze stelling juist is, doet dat niet af aan de gevolgtrekking dat in casu sprake is van het nemen van een bad. Aan de beweegreden gebruik te maken van de diensten van belanghebbende kan immers geen doorslaggevende betekenis worden toegekend bij de kwalificatie van de diensten. In dit verband merkt het Hof nog op dat het van algemene bekendheid is dat ook bij bijvoorbeeld het zwemmen in een zwembad niet steeds de behoefte tot reiniging van het lichaam voorop zal staan en dat zelfs het zwemmen als zodanig aan het bevredigen van die behoefte in de weg kan staan.
5.5 Uit het vorenoverwogene volgt dat de dienst bestaande uit het gelegenheid geven tot floaten gerangschikt te worden onder post b,3 van Tabel I behorende bij de Wet. Alsdan is tussen partijen niet in geschil dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van omzetbelasting tot een bedrag van ƒ 8.361.
6. Proceskosten
Het Hof acht termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten op de voet van artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Gelet op het besluit proceskosten fiscale procedures komt voor vergoeding in aanmerking 3 (proceshandelingen) x ƒ 710 x 1 (gewicht van de zaak) = ƒ 2.130.
7. Beslissing
Het Hof:
- verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de uitspraak van de verweerder en verleent teruggaaf van omzetbelasting tot een bedrag van ƒ 8.361,
veroordeelt de verweerder in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van ƒ 2.130 en wijst de Staat aan
dit bedrag aan belanghebbende te voldoen,
- gelast de verweerder het gestorte griffierecht ten bedrage van f 80 aan belanghebbende te vergoeden.
De uitspraak is vastgesteld op 21 februari 2000 door mrs. Bijl, voorzitter, Boersma en Den Boer, leden, in tegenwoordigheid van mr. Rentenaar-Groot als griffier. De beslissing is op dezelfde dag ter openbare zitting uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij dit gerechtshof (zie voor het adres de begeleidende brief).
Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden uitspraak overgelegd.
Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
de naam en het adres van de indiener;
de dagtekening;
een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd.
Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
De voorzitter van de kamer heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.