V-N 2003/20.15
INVORDERING. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Bevoegdheid ontvanger. Ontvankelijkheid in rechtsgedingen met betrekking tot de invordering van rijksbelastingen
HR 31-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3638, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 januari 2003
- Magistraten
Herrmann; Beukenhorst; Savornin Lohman, de; Hammerstein; Kop
- Zaaknummer
C02/169HR
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AF3638
- JCDI
JCDI:ADS903097:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF3638, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑01‑2003
- Wetingang
Art. 3, derde lid, Invorderingswet 1990
Essentie
INVORDERING. FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT Bevoegdheid ontvanger. Ontvankelijkheid in rechtsgedingen met betrekking tot de invordering van rijksbelastingen
Samenvatting
Aan B is een belastingteruggaaf verleend ter zake van de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994. De ontvanger heeft de teruggaaf verrekend met een van B te innen aanslag omzetbelasting over het jaar 1994. B stelt zich op het standpunt dat de verrekening ten onrechte heeft plaatsgevonden omdat de omzetbelasting ten tijde van de verrekening reeds was betaald. In verband daarmee heeft B de Staat gedagvaard voor de kantonrechter en betaling gevorderd van het op grond van de teruggaaf verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.